00 Kattenziekte

Kattenziekte: bedreiging voor uw kat.   

 

Kattenziekte is één van de meest bekende maagdarmziekten bij de kat. Het wordt veroorzaakt door het feline parvovirus en is zeer besmettelijk. Omdat het virus ervoor zorgt dat het aantal witte bloedcellen daalt, zijn de katten ook vatbaarder voor andere virussen en bacteriën. Het is de meest dodelijke virusziekte bij de kat. Braken, diarree en uitdroging zijn de meest voorkomende verschijnselen.
Als uw kat met diarree verder niet ziek is en een gezonde indruk maakt, heeft hij waarschijnlijk geen kattenziekte, maar heeft de diarree een andere oorzaak.

Regelmatig horen we van uitbraken van kattenziekte. In enkele weken kunnen tientallen katten ziek worden en overlijden. Gelukkig zijn de meeste katten tegenwoordig goed beschermd, omdat ze regelmatig worden gevaccineerd! Helaas is het aantal gevaccineerde katten in Nederland niet zo hoog dat uitbraken van het virus kan worden voorkomen.

Jonge kittens zijn de eerste weken via de moedermelk beschermd. Deze bescherming loopt af als de kittens ouder worden. Ze moeten op 9 en 12 weken gevaccineerd worden en daarna als ze 1 jaar oud zijn. Dit noemen we de basis-enting. Hierna wordt de vaccinatie tegen kattenziekte elke 3 jaar gegeven, de andere jaren vaccineren we meestal alleen tegen niesziekte.
Helaas er nog veel katten die niet worden gevaccineerd. Deze katten hebben niet voldoende weerstand tegen het kattenziekte-virus. Ze kunnen erg ziek worden en er is een grote kans dat ze overlijden.

Symptomen:

• Braken
• Diarree (met bloederige ontlasting)
• Uitdroging
• Hoge koorts
• Plotseling overlijden (de meeste katten overleven niet langer dan 1-2 dagen)
• Abortus en hersenbeschadiging bij kittens

Besmetting:

• Het virus wordt via de ontlasting verspreid.
• Een kat kan zich besmetten door contact met een ziek dier, een net hersteld dier, of een besmette ruimte
• Via de handen en kleding van verzorgers kan het virus worden overgebracht.

Diagnose:

De diagnose wordt gesteld met een test op de ontlasting. Deze test is ontwikkeld voor Parvo bij honden. Omdat het Parvovirus van honden sterk lijkt op het kattenziektevirus van katten, kan dezelfde test gebruikt worden.

Behandeling:

Er zijn geen geneesmiddelen tegen het virus zelf. We kunnen de kat wel ondersteunen met middelen tegen braken, en met vocht, speciale voeding en antibiotica. De antibiotica wordt gegeven omdat de katten door het lage aantal witte bloedcellen ook erg gevoelig zijn voor bacteriële infecties.

Prognose:

Ondanks een goede behandeling, zal een zeer groot deel van de besmette katten overlijden. Hoe beter de behandeling, hoe groter de kans van slagen, maar het overgrote deel overleeft kattenziekte niet.

Vaccinatie tegen kattenziekte:

De reden dat we kattenziekte niet zo vaak zien in Nederland, is dat de meeste katten goed gevaccineerd zijn. De vaccinatie geeft direct bescherming. Na 3 dagen is de bescherming optimaal.

We vaccineren kittens op 9 en 12 weken, op 1 jaar, en daarna elke 3 jaar tegen kattenziekte.

 

Vooral kittens worden ziek!

Elke kat die onvoldoende gevaccineerd is, kan ziek worden van het virus. Gelukkig zijn de meeste volwassen katten goed beschermd. Kittens worden de eerste weken beschermd door antistoffen in de moedermelk. Als deze antistoffen langzaam uit het lichaam verdwijnen, wordt het kitten vatbaar voor kattenziekte. Pas dan kan het kitten voldoende langdurige weerstand opbouwen na vaccinatie. Elk kitten heeft dus een periode in zijn leven, dat hij vatbaar is voor het virus en dus kattenziekte kan krijgen.

Quarantaine is belangrijk!

Besmette dieren moeten afgezonderd van de rest verzorgd worden.

Het kan tot wel 2 weken duren voor een besmet dier ziek wordt.Als een dier niet ziek is, maar wel besmet zou kunnen zijn, moet het dus minimaal 2 weken in quarantaine blijven. Daarna kan het weer bij de andere dieren geplaatst worden.

Een ziek dier moet in quarantaine verpleegd worden. Als het is hersteld, kan het nog steeds virus uitscheiden. Dit kan nog tot 2 weken na het herstel. Ook in deze periode moet de kat dus nog in quarantaine blijven.

Voordat een dier uit de quarantaine ruimte mag, moet het eerst goed gewassen worden want viezigheid in de vacht kan virusdeeltjes bevatten.

Let op: het virus kan ook overgebracht worden via de kleding of schoenen van een verzorger! In de quarantaine moet dan ook beschermende kleding en handschoenen worden gedragen.

Schoonmaken:

Het kattenziektevirus is zeer hardnekkig. Het kan in een donkere vochtige ruimte wel jaren overleven! Het kan worden overgebracht via de ontlasting, kleren en handen.

Alleen chloor kan het virus doden. Alcohol en andere desinfectiemiddelen zijn onvoldoende effectief tegen kattenziekte.
Chloor werkt echter niet op een vuile ondergrond: ontlasting, grond en andere viezigheid zorgt ervoor dat de chloor zijn werk niet goed kan doen. De ruimte moet dus eerst grondig worden schoongemaakt met zeep. Dan moeten de zeepresten worden verwijderd. Hierna kan de chloor worden aangebracht. Chloor heeft voldoende inwerktijd nodig (zie de gebruiksaanwijzing op de verpakking van de chloortabletten).
Als de ruimte twee maal grondig is schoongemaakt met zeep en ontsmet met chloor, dan is hij weer bruikbaar.
Voor ruimtes die niet met chloor behandeld kunnen worden, helpt alleen grondig schoonmaken wel om de hoeveelheid virus in de ruimte te verminderen.

En mensen of honden?

Kattenziekte is niet gevaarlijk voor mensen. Honden kunnen wel ziek worden van het honden-parvo virus, maar niet van kattenziekte (het katten-parvo-virus). Honden en mensen kunnen het kattenvirus wel overbrengen van de ene naar de andere kat.

Voorkomen is beter dan genezen!

Preventie houdt bij deze ziekte in, dat je je kat goed laat vaccineren vanaf een leeftijd van 9 weken. Goed gevaccineerde dieren hebben een goede bescherming tegen kattenziekte.