00 Kies advies

Past deze pup bij mij?

Voor de aanschaf van een hond is het verstandig om over een aantal dingen goed na te denken:

• Besef dat je een hond koopt voor een lange periode! Gemiddeld genomen wordt een hond wel 13 of 14 jaar. Je kunt niet na een tijdje zeggen: ik heb er eigenlijk geen zin meer in, of het kost me te veel tijd!
• Een hond heeft best wat lichaamsbeweging nodig. Hoeveel, dat verschilt erg per ras. Er zijn honden die het rustig aan doen en lekker op een afstandje de boel in de gaten houden. Er zijn ook rassen die echt bezig gehouden willen worden.
• Een hond heeft verzorging nodig. Sommige honden hebben een lange of dikke vacht, die regelmatig geborsteld moet worden. Bij kortharige honden hoef je gemiddeld minder tijd te besteden aan de vacht.
• Een hond in huis betekent: vaker stofzuigen! Elke hond verliest haar of zand en vuil. Er zijn rassen die erom bekend staan dat ze graag zwemmen. Zo’n hond is vaak nog nat als hij thuiskomt!

Er zijn een paar goeie sites waar je via het maken van een aantal keuzes uiteindelijk uitkomt bij wat hondenrassen die waarschijnlijk bij je passen:
http://animal.discovery.com/breed-selector/dog-breeds.html
http://www.hondenpage.com/honden-wijzer/index.php

Komen er erfelijke gebreken voor bij dit ras?

Helaas komen bij heel veel rassen erfelijke gebreken voor. Door de jaren heen zijn er wereldwijd meer dan 350 verschillende hondenrassen gefokt. De meeste rassen zijn ontstaan vanuit een gebruiksfunctie voor de mens, zoals jachthonden, waakhonden, enz..

 

Om bepaalde kenmerken in een ras te krijgen, worden honden met die kenmerken geselecteerd om mee te fokken. Door steeds de dieren te kiezen die de gewenste eigenschappen hebben, zal je uiteindelijk een groep honden krijgen die die eigenschappen hebben.

Een groot bijkomend nadeel is dat je door het fokken met een beperkte groep honden, ook ongemerkt selecteert op fouten in bepaalde genen, waardoor negatieve eigenschappen overerven. Dit heeft tot gevolg dat specifieke gezondheidsproblemen meer voorkomen bij bepaalde hondenrassen, de zogenoemde rasgebonden erfelijke afwijkingen. Zo zijn er rassen met meer aanleg dan gemiddeld voor heupproblemen, knieproblemen, oogproblemen en dergelijke, en bij een aantal rassen kunnen de erfelijke problemen zo groot zijn dat het welzijn van de hond en zijn levensverwachting verminderd is.

Behalve erfelijke aandoeningen die door fouten in bepaalde genen worden veroorzaakt, zijn er ook gezondheidsproblemen die te maken hebben met de raskenmerken waarop de honden gefokt zijn. Als er door de fokkers teveel wordt geselecteerd op overdrijving van dit soort kenmerken, kunnen het welzijn en de gezondheid van de hond hier flink onder leiden.

Kortneuzige honden hebben bijvoorbeeld eerder problemen met de ademhaling, langharige honden met hangende oren kunnen eerder last krijgen van oorontsteking, honden met veel huidplooien kunnen last krijgen van ontstekingen of huidirritatie. Dit soort kenmerken stellen dus hun eigen eisen aan de verzorging en van een aantal rassen ligt de gemiddelde leeftijd relatief laag doordat ze met allerlei gezondheidsproblemen kampen.

Sommige rasverenigingen hebben een fokreglement, waarin verplichtingen zijn opgenomen ouderdieren te laten testen voor er mee gefokt wordt. Echter, dit geeft helaas geen garantie dat de hond de aandoening niet zal krijgen.

Op de site van het LICG (Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren) kunt u meer informatie vinden over de verschillende gezondheidsproblemen die bij bepaalde rassen voorkomen: www.licg.nl. Ook geven sommige rasverenigingen op hun website wat informatie hierover.

Een overzicht van erfelijke gebreken bij verschillende rassen: www.rashondenwijzer.nl.

Gelukkig zijn veel fokkers zich bewust van de problemen binnen hun ras en proberen ze er veel aan te doen om deze problemen te voorkomen! Zo laten ze soms onderzoek doen naar erfelijke gebreken door DNA-onderzoek, of door de ouders te screenen en alleen met gezonde ouderdieren te fokken.